Kies je slagritme

 

Natuurlijk gun ik je graag een vlot geschreven stukje over klankschalen. Maar vandaag gaat dat misschien niet gaat lukken.

 

Mijn handen jeuken. Van corona-creativiteit. Als zoiets bestaat.

In elk geval, als je de waan van de wereld om je heen loslaat, ontstaat er stilte. En veel meer ruimte voor je innerlijke wereld. Zo werkt het bij mij. En dan ontstaat creativiteit.

 

Die creativiteit heeft nu niet te maken met schrijven.

Momenteel staat bij mij de knop in een experimenteer-modus. :-)

Met alles wat zo los en vast zit als een deurklink. 

En dat is waardevol.

 

Want mensen willen meestal het beste:

- ze kiezen met zorg hun klankschaal.

- ze kiezen met zorg een bijpassende klopper.

- ze kiezen voor het gebruik van de Easy Soundgrip.

 

Zijn er nog meer "tools" om klanken passend en beter uit je klankschaal te halen?

Ik denk het wel.

 

En daarom ben ik dus lekker losgeslagen met experimenteren.

Stel je voor dat dat weer een waardevolle "klankschaalvinding” oplevert. Eén die je kunt gebruiken in je klankschaalconcerten. Of in een klankschaalbehandeling.

Misschien levert mijn experimenteren niets op. Maar dan heb ik voor vandaag toch in elk geval al een half stukje geschreven om je (misschien) wat nieuwsgierig te maken.

Als het wel lukt…dan bericht ik je natuurlijk graag met enthousiaste uitroeptekens.

Maar voor nu nog even geduld dus – ik zeg het vooral tegen mezelf… ;-)

 

Niet voor elke verbetering is een nieuwe uitvinding nodig. Gelukkig maar. Je kunt ook gebruik maken van bestaande kennis, waar je misschien nog geen kennis van had.

 

Of klanken optimaal hun werk kunnen doen, hangt niet alleen af van de materialen die je gebruikt. Maar natuurlijk ook hoe je zelf werkt met de klanken.

 

Een vraag die ik vaak krijg van cursisten is: hoe snel moet ik de klankschalen achter elkaar aanslaan? Ze bedoelen dan het slagritme tijdens een klankschaalmassage.

 

Wat mij betreft is er geen goed of fout. Maar ik ga ervan uit dat je de diepst mogelijke ontspanning wilt creëren. Ik geef je hier drie overwegingen mee.

 

Als je een vergissing zou moeten maken tussen schalen te snel of te langzaam aanslaan, dan zou ik zelf kiezen voor te langzaam aanslaan. Het mag vaak langzamer dan mensen denken. In mijn lessen speel ik soms voor metronoom. En tel ik met cursisten mee om ze een gevoel van “traagheid” bij te brengen. Tussen elke slag tel ik dan vaak rustig tot 8.

 

In het begin vinden mensen traagheid vaak moeilijk. Omdat ze het gevoel hebben dat ze bezig moeten zijn met het aanslaan van de klankschalen. Maar realiseer je, jouw cliënt heeft geen enkele haast tijdens jouw klankschaalmassage. Waarom zou je het dan zelf wel hebben? Snel achterelkaar aanslaan is niet nodig. Geniet tussendoor gewoon van de klanken. Als je jezelf toestemming geeft om in die rust te zakken, zal dat bij jouw cliënt ook gebeuren.

 

Snelle ritmes komen eerder gehaast en gejaagd over. Als je uit ongeduld met je vingers zit te tikken, dan doe je dat doorgaans in een sneller ritme.

 

Een andere overweging om in een traag tempo aan te slaan: je brengt je cliënt makkelijker bij de stilte. Stel je voor je slaat een klankschaal aan. Het klankvolume is op dat moment 100%. En de aandacht van je cliënt is bij die klank. Het klankvolume neemt geleidelijk af. Je cliënt volgt de klank. Die klank leidt jouw luisteraar naar de stilte. Elke keer dat je opnieuw aanslaat en weer teruggaat naar een klankvolume van 100%, verbreek je dit proces en geef je de ander niet de gelegenheid om in de stilte, de trance te zakken.

 

De aandacht van jouw luisteraar is als een surfboard. Hij drijft lekker mee op de klankgolf. En het is prettig om zo lang mogelijk op een golf door te kunnen surfen. Elke keer dat je opnieuw aanslaat, maak je een nieuwe klankgolf die de vorige overspoelt. Dat surft niet lekker.

 

Als je niet wilt nadenken over het slagritme, maar wel op iemands persoonlijke ritme wilt aansluiten, dan kun je ook de adem als uitgangspunt nemen. Het ademhalingsritme. Vanuit praktisch standpunt is het dan handig om aan te slaan tijdens de adempauze – tussen de uitademing en inademing in.

 

Tijdens een klankschaalmassage staan klankschalen op het lichaam. Door de beweging van de adem kunnen schalen soms gaan glijden. Dat risico wordt groter als je op dat moment ook nog de schalen aanslaat. In de adempauze staan de klankschalen het meest stabiel.

 

Maar zorg opnieuw voor een rustig slagritme. Dat kan betekenen dat je niet elke adempauze hoeft aan te slaan. Onderzoek gewoon voor jezelf of dit werkt voor jou.

Deze laatste tip heb ik trouwens niet zelf bedacht. Die eer geef ik aan een cursist van mij.

 

Natuurlijk mag je het me laten weten of je iets aan deze cursist-tip hebt gehad. De dagen rond deze tijd van het jaar zijn soms al grauw genoeg. Met positieve reacties zetten we haar in het zonnetje. :-)

 

Dankjewel voor het lezen van dit artikel van mij - Iwan Boersma

Je mag hieronder altijd een reactie geven. Dat waardeer ik.

 

Wil je meer lezen? Pak met voordeel het meest verkochte e-book klankschaalmassage!

Ook interessant voor je:

1. De Easy Soundgrip

2. Klankschaalconcerten geven: 4 tips

3. Fit met klank.

 

Terug naar alle artikelen